Jan van der Heyden: Grondlegger van de Brandweer
Op 5 maart 1637 werd Jan van der Heyden geboren. Naast schilder was hij ook uitvinder en brandmeester. Zo vonden hij en zijn broer rond 1672 de vernieuwde brandweerspuit uit. Voor deze tijd was de brandweerspuit vrij inefficiënt: voor de pompen moest men zelf het water uit de gracht halen met behulp van emmers.
De broers voegden een verbeterde waterpomp aan de brandspuit toe. Door middel van een slang kon het water direct uit de grachten gepompt worden.
Ook waren zij de grondlegger van de leren brandslang.
Jan van der Heyden zag hoe slecht de brandbestrijding was in die tijd en wilde dit samen met zijn broer Nicolaas gaan veranderen. In 1672 wordt hij samen met zijn broer benoemd tot stadsbrandmeester. Hij moet als stadsbrandmeester zorgen voor de oude spuiten en blusgereedschappen van Amsterdam.
Destijds wist men ook al wat reorganiseren betekende. Van der Heyden heeft in 1682 een compleet nieuwe brandweerorganisatie ingevoerd en verplicht oefenen ingesteld!
Door deze maatregel waren branden sneller onder controle en kreeg het vuur geen kans zich verder te verspreiden.
Vanaf die tijd kreeg ook elke spuit een vast aantal functionarissen en één à twee keer per jaar werd er verplicht geoefend onder toezicht van de generaal-brandmeester.
De eerste functionaris met die titel was Jan van der Heyden zelf.
Vanaf 1780 werden de leren slangen, die Jan van der Heyden had geïntroduceerd, vervangen door hennepslangen.
Van der Heyden is dus echt de grondlegger van de brandweer, zoals wij deze nu kennen.